flinkerd
Nederlands
Woordafbreking
- flin·kerd
Zelfstandig naamwoord
flinkerd m [1]
- een kind dat heel moedig is
- Wat leed betreft ben ik geen flinkerd, zeg maar gerust een watje. Ik probeerde dus de aanblik te vermijden van de tram die een auto in de flank had geramd alsof ie er een hap uit had genomen. In een ooghoek zag ik dat de punt van de tram een stukje in een witte Volvo stak. Meer wilde ik niet zien, dit was genoeg.[2]
- een groot en zwaar persoon
Gangbaarheid
- Het woord flinkerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'flinkerd' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.