flexwerker
Nederlands
Woordafbreking
- flex·wer·ker
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van flexwerken met het achtervoegsel -er [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | flexwerker | flexwerkers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
flexwerker m
- een werknemer met een voor de werkgever flexibel arbeidscontract, een uitzendkracht, gedetacheerde, seizoensarbeider of freelancer
Gangbaarheid
- Het woord flexwerker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.