flessenverzamelaar
Nederlands
Woordafbreking
- fles·sen·ver·za·me·laar
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van fles en verzamelaar met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | flessenverzamelaar | flessenverzamelaars |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
flessenverzamelaar m
- iemand die weggegooide flessen bij elkaar zoekt om het statiegeld daarvan te innen
- En wat doet hij als er een flessenverzamelaar binnenkomt met een volle winkelwagen? [1]
- iemand die een collectie bijzondere flessen opbouwt
- Een flessenverzamelaar heeft veel plaats nodig, zeker nu mijn vrouw ook al 2.000 bierglazen bij elkaar kreeg', weet Daniël. [2]
Gangbaarheid
- Het woord 'flessenverzamelaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- Verbij, A. Flessenfee struint de straten af (3 juni 2014) op website: trouw.nl; geraadpleegd 2016-03-18
- Tytgat, M. Daniël Hoornaert bezit 4.000 bierflesjes (27 juli 2011); geraadpleegd 2016-03-1
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.