fleece
Nederlands
Woordafbreking
- fleece
Zelfstandig naamwoord
fleece o/m
- (materiaalkunde) textiel van geruwde kunstvezels dat bij een licht gewicht toch goede warmte isoleert
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fleece | fleeces |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
fleece m
- (kleding) kledingstuk van geruwde kunstvezels dat het bovenlichaam bedekt
- Ja, de fleece van kunststofvezel met zijn betrouwbare rits was een doorbraak. [1]
stellend | |
---|---|
onverbogen | fleece |
verbogen | - |
Bijvoeglijk naamwoord
fleece
- gemaakt van geruwde kunstvezels
Gangbaarheid
- Het woord fleece staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'fleece' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- FLEECE was wél een doorbraak (10 januari 2009) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2017-08-02
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.