flaske
Deens
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
flaske
- fles; een langgerekt, cilindrisch en meestal van glas vervaardigd vat met een nauwe hals die met een dop of kurk af te sluiten is
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ˈflɑskə/
Woordafbreking
- flas·ke
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord flaska (= fles)
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | flaske |
tegenwoordige tijd | flasker |
verleden tijd | flasket flaska |
voltooid deelwoord |
flasket flaska |
onvoltooid deelwoord |
flaskende |
lijdende vorm | flaskes |
gebiedende wijs | flask |
vervoegingsklasse | Klasse 1 zwak |
opmerking |
Werkwoord
flaske
- alleen gebruikt in de frasen flaske opp en flaske seg
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | flaske | m: flasken v: flaska |
flasker | flaskene |
genitief | flaskes | m: flaskens v: flaskas |
flaskers | flaskenes |
Zelfstandig naamwoord
flaske m / v
- fles
- de inhoud van een fles
- «Vi drakk tre flasker øl.»
- We dronken drie flessen bier.
- «Vi drakk tre flasker øl.»
Afgeleide begrippen
flaske
|
|
Typische woordcombinaties
- [1]: drikke av flaska
uit de fles drinken
Uitdrukkingen en gezegden
- [2]: slå seg på flaska
alcoholist worden
alcoholiste worden
alcoholiste worden
Nynorsk
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ˈflɑskə/
Woordafbreking
- flas·ke
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord flaska (= fles)
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | flaske flaska |
tegenwoordige tijd | flaskar |
verleden tijd | flaska |
voltooid deelwoord |
flaska |
onvoltooid deelwoord |
flaskande |
lijdende vorm | flaskast |
gebiedende wijs | flask flaska flaske |
vervoegingsklasse | Klasse 1 zwak |
opmerking |
Werkwoord
flaske
- alleen gebruikt in de frasen flaske opp en flaske seg
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | flaske | flaska | flasker | flaskene |
Zelfstandig naamwoord
flaske v
Afgeleide begrippen
flaske
|
|
Typische woordcombinaties
- [2]: drikke opp heile flaska
de hele fles opdrinken
Uitdrukkingen en gezegden
- [2]: slå seg på flaska
alcoholist worden
alcoholiste worden
alcoholiste worden
- [2]: trøyste seg til flaska
troost in de fles zoeken (een drankprobleem met alcohol hebben)
- [2]: ty til flaska
toevlucht tot de fles
Twents
Zelfstandig naamwoord
flaske
- fles; een langgerekt, cilindrisch en meestal van glas vervaardigd vat met een nauwe hals die met een dop of kurk af te sluiten is
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.