flair

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • flair
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘bijzondere handigheid’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1890 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord flair
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

flair m/o

  1. persoonlijke uitstraling
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord flair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Zelfstandig naamwoord

flair

  1. flair m/o persoonlijke uitstraling

Frans

Zelfstandig naamwoord

flair m

  1. reukvermogen
  2. intuïtie
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.