financiering
Nederlands
Woordafbreking
- fi·nan·cie·ring
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van financieren met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | financiering | financieringen |
verkleinwoord | financierinkje | financierinkjes |
Zelfstandig naamwoord
financiering v
- (financieel) het leveren van kapitaal om zo een bepaalde activiteit te bekostigen, het financieren
Hyponiemen
- openeindfinanciering, projectfinanciering, studiefinanciering, ziekenhuisfinanciering
Afgeleide begrippen
- financieringsbank, financieringsbehoefte, financieringslast, financieringsmaatschappij, financieringsoverschot, financieringssaldo, financieringstekort, financieringswet
Gangbaarheid
- Het woord financiering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'financiering' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.