filmtheater
Nederlands
Woordafbreking
- film·the·a·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van film en theater
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | filmtheater | filmtheaters |
verkleinwoord | filmtheatertje | filmtheatertjes |
Zelfstandig naamwoord
filmtheater o
- gebouw waarin films voor het publiek vertoond worden
- Buurman ‘Viking’ vraagt rechter om bouwstop filmtheater: De gifbeker is nog lang niet leeg voor het project Viking in Deventer. Na de miljoenenoverschrijdingen van de afgelopen jaren volgt mogelijk nu een bouwstop. [1]
Gangbaarheid
- Het woord filmtheater staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.