filmrol

Nederlands

[2] filmrol op projector
Uitspraak
Woordafbreking
  • film·rol
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord filmrol filmrollen
verkleinwoord filmrolletje filmrolletjes

Zelfstandig naamwoord

filmrol v/m [1]

  1. rol die een filmspeler in een film heeft
    • Adri, de vader die zijn zoon verliest in Tonio, was de moeilijkste filmrol die hij ooit gespeeld heeft, zegt Bokma (60). Het is misschien ook wel de mooiste, opper ik, maar hij schudt zijn hoofd. „Dat weet ik niet, dat moeten anderen beoordelen.” [2] 
  1. een op een haspel gespoelde film, materiaal waarop met een film kan opnemen
    • Over de hele hoogte van de muur wordt het beeld van een filmrol geprojecteerd, als een lange verticale strip, compleet met transparante gaatjes aan beide zijkanten. Binnen dit langgerekte kader wisselen zich in een ritmisch tempo beeldsequenties af, van vensters en ramen, landschappen waar gekleurde ballen doorheen dansen, een oog, een reusachtig ei, Mondriaan-achtige kleurvlakken. [3] 

Gangbaarheid

  • Het woord filmrol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Herien Wensink 20 september 2016
  3. NRC 28 september 2016
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.