fiction

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fiction    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈfɪkʃən/
Woordafbreking
  • fic·ti·on
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fiction -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

fiction v / m

  1. verzamelterm voor boeken, teksten en andere publicaties die over een verzonnen onderwerp gaan
    • Het gemiddeld aankoopbedrag lag in 1991 op f 22,75 exemplaar. Tot 1991 deed zich een sterk stijgende trend voor. In 1991 nam het aankoopbedrag voor het eerst af, en wel met bijna 5%. Deze afname is ten dele het gevolg van een flink hoger aantal gekochte exemplaren bij de goedkopere genres (vooral fiction) in combinatie met een minder sterke afzettoename bij de duurdere genres (vooral non-fiction). [1]
Synoniemen
Antoniemen
  • non-fiction
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord fiction staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
fiction fictions

Zelfstandig naamwoord

fiction

  1. fictie
Overerving en ontlening
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.