fibrine
Nederlands
Woordafbreking
- fi·bri·ne
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘bloed- of plantenvezelstof’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- uit het Frans fibrine, afgeleid van Latijn fibra met het achtervoegsel -inus[2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fibrine | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
fibrine v/m
- (biologie) (medisch) onoplosbaar eiwit in het bloedplasma, gevormd tijdens het bloedstollingsproces uit fibrinogeen en trombine
Vertalingen
1. eiwit
Gangbaarheid
- Het woord fibrine staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'fibrine' herkend door:
41 % | van de Nederlanders; |
61 % | van de Vlamingen. |
Frans
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.