fez

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fez    (hulp, bestand)
  • IPA: /fɛs/
Woordafbreking
  • fez
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘muts’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1836 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord fez fezzen
verkleinwoord fezje fezjes

Zelfstandig naamwoord

fez m

  1. een bepaald soort hoed met een Turkse oorsprong
    • Die man draagt een fez. 
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord fez staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
72 %van de Nederlanders;
71 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.