fengsel

Tidligere fengsel Alcatraz i San Francisco, California (USA)
De voormalige gevangenis Alcatraz in San Francisco, Californië (USA)

Noors
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈfeŋsəl /
Woordafbreking
  • feng·sel
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord fangelsi, dat weer van het Nederduitse woord vangnisse en vengnisse komt
Naar frequentie 799
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   fengsel     fengselet
fengslet  		   fengsler
fengsel  		   fengsla
fengslene  
genitief   fengsels     fengselets
fengslets  		   fengslers
fengsels  		   fengslenes
fengslas  

Zelfstandig naamwoord

fengsel, o

  1. gevangenis
  2. arrest (straf)


Afgeleide begrippen
  • [1]: botsfengsel
  • [1]: fengselsaksjon
  • [1]: fengselsansatt
  • [1]: fengselsanstalt
  • [1]: fengselsavdeling
  • [1]: fengselsbesøk
  • [1]: fengselsbetjenting
  • [1]: fengselsbetjent
  • [1]: fengselsbygning
  • [1]: fengselscelle
  • [1]: fengselsdirektør
  • [1]: fengselsdistrikt
  • [1]: fengselsdom
  • [1]: fengselsdømt
  • [1]: fengselsfugl
  • [1]: fengselsinspektør
  • [1]: fengselskapasitet
  • [1]: fengselsledelse
  • [1]: fengselskø
  • [1]: fengselslege
  • [1]: fengselsmur
  • [1]: fengselsmyndighet
  • [1]: fengselsområde
  • [1]: fengselsopphold
  • [1]: fengselsopprør
  • [1]: fengselspermisjon
  • [1]: fengselsplass
  • [1]: fengselsport
  • [1]: fengselsprest
  • [1]: fengselspsykose
  • [1]: fengselsselle
  • [1]: fengselsskole
  • [1]: fengselsstraff
  • [1]: fengselssykehus
  • [1]: fengselstjenestemann
  • [1]: fengselsvesen
  • [1]: gjeldsfengsel
  • [1]: hjelpefengsel
  • [1]: kretsfengsel
  • [1]: kvinnefengsel
  • [1]: landsfengsel
  • [1]: sentralfengsel
  • [1]: statsfengsel
  • [1]: ungdomsfengsel
  • [1]: varetektsfengsel
  • [1-2]: fengselopphold
  • [2]: fengselsstraff
Verwante begrippen
  • [1]: varetektsfengsle
  • [2]: fangenskap
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: sitte i fengsel
in de gevangenis zitten
  • [2]: bli dømt til 30 dagers fengsel
tot 30 dagen gevangenisstraf veroordeeld worden
  • [2]: få livsvarig fengsel
levenslang krijgen
  • [2]: ubetinget fengsel
onvoorwaardelijk gevangenisstraf

Zelfstandig naamwoord

fengsel, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van fengsel


Nynorsk
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈfeŋsəl/
Woordafbreking
  • feng·sel
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord fangelsi, dat weer van het Nederduitse woord vangnisse en vengnisse komt
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   fengsel     fengselet     fengsel     fengsla  

Zelfstandig naamwoord

fengsel, o

  1. gevangenis
  2. arrest (straf)
Synoniemen
  • [1]: fangehus
Afgeleide begrippen
  • [1]: botsfengsel
  • [1]: fengselsbetjent
  • [1]: fengselsbygning
  • [1]: fengselscelle
  • [1]: fengselsdirektør
  • [1]: fengselsfugl
  • [1]: fengselsleiing
  • [1]: fengselsmur
  • [1]: fengselsport
  • [1]: fengselsprest
  • [1]: fengselsskole
  • [1]: fengselsskule
  • [1]: fengselsopphald
  • [1]: fengselsstell
  • [1]: fengselsstraff
  • [1]: gjeldsfengsel
  • [1]: hjelpefengsel
  • [1]: kretsfengsel
  • [1]: krinsfengsel
  • [1]: kvinnefengsel
  • [1]: landsfengsel
  • [1]: ungdomsfengsel
  • [1]: varetektsfengsel
  • [1-2]: fengselopphald
  • [2]: fengselsstraff
Verwante begrippen
  • [1]: varetektsfengsla
  • [1]: varetektsfengsle
  • [2]: fangenskap
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: sitje i fengsel
in de gevangenis zitten

Zelfstandig naamwoord

fengsel, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van fengsel
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.