femelaar
Nederlands
Woordafbreking
- fe·me·laar
Woordherkomst en -opbouw
Naamwoord van handeling van femelen met het achtervoegsel -aar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | femelaar | femelaars |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
femelaar m
- iemand die die zoetsappige en zeurderige verhaaltjes vertelt
Gangbaarheid
- Het woord femelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'femelaar' herkend door:
28 % | van de Nederlanders; |
38 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.