femelaar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fe·me·laar
Woordherkomst en -opbouw

Naamwoord van handeling van femelen met het achtervoegsel -aar

enkelvoud meervoud
naamwoord femelaar femelaars
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

femelaar m

  1. iemand die die zoetsappige en zeurderige verhaaltjes vertelt
    •  
Synoniemen
  1. neuzelaar

Gangbaarheid

  • Het woord femelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
28 %van de Nederlanders;
38 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.