feestcafé
Nederlands
Woordafbreking
- feest·ca·fé
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van feest zn en café zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | feestcafé | feestcafés |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
feestcafé o
- een uitgaansgelegenheid die zeer geschikt is voor het houden van feeten
- Anja Hoeks, eigenaresse van Feestcafé de Flier in het Brabantse Bergeijk, ziet dezelfde ontwikkeling. „Het is heel erg hier, en het worden er steeds meer.” Donderdag meldden welzijnswerkers in de gemeente Ede nog geen extra drukte te zien in bestaande jongerenketen. [1]
- Mike uit Enschede is een van die verleiders. De voormalige CIOS-student werkte afgelopen zomer in een feestcafé op Mallorca. Dit weekend was hij nog op Freshtival in Enschede. [2]
Gangbaarheid
- Het woord feestcafé staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'feestcafé' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Reformatorisch Dagblad 21-02-2014 „Drankketen veroveren Nederland”
- Tubantia Joost Dijkgraaf 23-05-18, Temptation-Mike uit Enschede vol vertrouwen: 'Ik versier zelfs een baksteen'
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.