feestcafé

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • feest·ca·fé
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord feestcafé feestcafés
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

feestcafé o

  1. een uitgaansgelegenheid die zeer geschikt is voor het houden van feeten
    • Anja Hoeks, eigenaresse van Feestcafé de Flier in het Brabantse Bergeijk, ziet dezelfde ontwikkeling. „Het is heel erg hier, en het worden er steeds meer.” Donderdag meldden welzijnswerkers in de gemeente Ede nog geen extra drukte te zien in bestaande jongerenketen. [1] 
    • Mike uit Enschede is een van die verleiders. De voormalige CIOS-student werkte afgelopen zomer in een feestcafé op Mallorca. Dit weekend was hij nog op Freshtival in Enschede. [2] 
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord feestcafé staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.