fastfood
Nederlands
Woordafbreking
- fast·food
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘gemaksvoedsel’ voor het eerst aangetroffen in 1984 [1]
- Uit het Engels: fast (snel) en food (voedsel)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fastfood | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
fastfood o
- verzamelnaam voor snel bereid en geserveerd voedsel
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord fastfood staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'fastfood' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.