familiefoto
Nederlands
![](../I/m/Familiefoto_Gerrit_Komen_1926.jpg)
familiefoto
Woordafbreking
- fa·mi·lie·fo·to
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van familie en foto
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | familiefoto | familiefoto's |
verkleinwoord | familiefotootje | familiefotootjes |
Zelfstandig naamwoord
familiefoto v/m [1]
- foto van een familie waarop meestal meerdere generaties staan afgebeeld
- De narcistische Laird, wiens lijf vol zit met tatoeages, is de steenrijke directeur van een gamesbedrijf. Hij is zo dolgelukkig met zijn aanstaande schoonfamilie dat hij de kerstkaart die zij stuurden, een olijke familiefoto, meteen levensgroot op zijn rug tatoeëerde. Per abuis inclusief de ‘happy holidays’-tekst, maar dat deert hem niet.[2]
Gangbaarheid
- Het woord familiefoto staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'familiefoto' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.