faciliteitengemeente
Nederlands
Woordafbreking
- fa·ci·li·tei·ten·ge·meen·te
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van faciliteit en gemeente met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | faciliteitengemeente | faciliteitengemeentes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
faciliteitengemeente v
- een Belgische gemeente gelegen in een eentalig gebied waarvan grondwettelijk is vastgelegd dat ze gemeentelijke diensten, als burgers daar om vragen, ook in een andere taal moet aanbieden dan in de officiële taal van het taalgebied, waarin de gemeente ligt
- In Linkebeek, aan de zuidgrens van Brussel, is zo’n 85 procent van de 4.900 inwoners Franstalig. Linkebeek is binnen Vlaanderen een zogenaamde ‘faciliteitengemeente’, waar Franstaligen meer rechten hebben dan elders in de rand rondom Brussel. In het gemeentehuis, tegenover Bébé Antoine, kunnen burgers in het Nederlands en in het Frans terecht.[1]
Gangbaarheid
- Het woord faciliteitengemeente staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- NRC Mark Beunderman 17 juli 2012
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.