extase
Nederlands
![](../I/m/Rutilio_Manetti-Extase_Madeleine.jpg)
liggende vrouw in extase
Woordafbreking
- ex·ta·se
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘geestvervoering’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1782 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | extase | extasen, extases |
verkleinwoord | extasetje | extasetjes |
Zelfstandig naamwoord
extase v
- een toestand van buiten zichzelf zijn door verrukking
- Door de rust raakte hij in een extase.
Vertalingen
1. een toestand van buiten zichzelf zijn door verrukking
Gangbaarheid
- Het woord extase staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'extase' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Frans
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.