exploitant
Nederlands
Woordafbreking
- ex·ploi·tant
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van exploiteren met het achtervoegsel -ant
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | exploitant | exploitanten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
exploitant m
- De exploitant van de kerncentrale wilde daarover geen uitspraak doen.
Hyponiemen
- bioscoopexploitant, kabelexploitant, kabeltelevisie-exploitant, kermisexploitant, luchthavenexploitant, postexploitant, raamexploitant, seksexploitant, zaalexploitant
Gangbaarheid
- Het woord exploitant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'exploitant' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.