expiratie
Nederlands
Woordafbreking
- ex·pi·ra·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘afloop, beëindiging’ voor het eerst aangetroffen in 1512 [1]
- Naamwoord van handeling van expireren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | expiratie | expiraties |
verkleinwoord |
Afgeleide begrippen
- expiratiedatum
Vertalingen
1. uitademing
|
|
Gangbaarheid
- Het woord expiratie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'expiratie' herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.