expediteur
Nederlands
Woordafbreking
- ex·pe·di·teur
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van expediëren met het achtervoegsel -eur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | expediteur | expediteuren expediteurs |
verkleinwoord | expediteurtje | expediteurtjes |
Hyponiemen
- douane-expediteur, grensexpediteur, luchtvrachtexpediteur, tussenexpediteur, zeehavenexpediteur
Afgeleide begrippen
- expediteursfirma
Gangbaarheid
- Het woord expediteur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'expediteur' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.