expedir

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • ex·pe·dir
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
expedir
expedía
expedido
volledig

Werkwoord

expedir

  1. overgankelijk verzenden, versturen, expediëren, verschepen
  2. afgeven, verstrekken (van papieren, documenten)
  3. afhandelen, afwerken
Synoniemen

Verwijzingen

    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.