estuarium
Nederlands
Woordafbreking
- es·tu·a·ri·um
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘trechtervormige riviermonding’ voor het eerst aangetroffen in 1901 [1]
- afgeleid van het Latijnse aestus (branding, vloed) met het achtervoegsel -arium [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | estuarium | estuaria estuariën |
verkleinwoord | estuariumpje | estuariumpjes |
Zelfstandig naamwoord
estuarium o [3]
- (aardrijkskunde) door getijdenstromen trechtervormig verwijde riviermond
Verwante begrippen
- slufter
Gangbaarheid
- Het woord estuarium staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'estuarium' herkend door:
50 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.