ervoor
Nederlands
Woordafbreking
- er·voor
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van er en voor
vnw. bijw. | ||
---|---|---|
voorzetselbijwoord | voor | |
persoonlijk | ervoor | |
aanwijz. | nabij | hiervoor |
veraf | daarvoor | |
vragend/betrekk. | waarvoor |
Voornaamwoordelijk bijwoord
(scheidbaar)
ervoor
- persoonlijk: vervangt *voor+het, *voor+ze
- voor het doel, voor de reden
- Hij kreeg een prijs ervoor.
- voor deze tijd
- Sinds 1813 is Nederland een koninkrijk. Ervoor was het een republiek
- voor het doel, voor de reden
Gangbaarheid
- Het woord ervoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ervoor' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.