ergotherapeut

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • er·go·the·ra·peut
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ergotherapeut ergotherapeuten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

ergotherapeut m

  1. (medisch) (beroep) beoefenaar van de ergotherapie

Gangbaarheid

  • Het woord ergotherapeut staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.