elkander
Nederlands
nominatief | genitief |
---|---|
elkander | elkanders |
Woordafbreking
- el·kan·der
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘wederkerig voornaamwoord’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1285 [1]
Wederkerig voornaamwoord
elkander
- drukt uit dat van twee of meer personen ieder op zijn eigen manier tegenover de ander handelt
- Zij waren echt aan elkander gewaagd.
Synoniemen
- [1] elkaar
Gangbaarheid
- Het woord elkander staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'elkander' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.