elkander

Nederlands

nominatief genitief
elkander elkanders
Uitspraak
Woordafbreking
  • el·kan·der
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘wederkerig voornaamwoord’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1285 [1]

Wederkerig voornaamwoord

elkander

  1. drukt uit dat van twee of meer personen ieder op zijn eigen manier tegenover de ander handelt
    • Zij waren echt aan elkander gewaagd. 
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord elkander staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.