ejaculatie
Nederlands
Woordafbreking
- eja·cu·la·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘zaadlozing’ voor het eerst aangetroffen in 1799 [1]
- Naamwoord van handeling van ejaculeren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ejaculatie | ejaculaties |
verkleinwoord |
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord ejaculatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ejaculatie' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.