ejaculaat
Nederlands
Woordafbreking
- eja·cu·laat
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van ejaculeren met het achtervoegsel -aat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ejaculaat | ejaculaten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
ejaculaat o
- (seksualiteit) wat bij ejaculeren wordt uitgeworpen: witte afscheiding uit prostaat of g-spot, na seksuele prikkeling
Gangbaarheid
- Het woord ejaculaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ejaculaat' herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.