eigenlijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  eigenlijk    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɛiɣə(n)lək/
Woordafbreking
  • ei·gen·lijk
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘waar, echt’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
  • Afgeleid van eigen met het achtervoegsel -lijk
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen eigenlijkeigenlijkereigenlijkst
verbogen eigenlijkeeigenlijkereeigenlijkste
partitief eigenlijkseigenlijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

eigenlijk [2]

  1. oorspronkelijk.
    • De eigenlijke bedoeling was om de kamer te versieren, maar er was geen tijd meer. 
  1. echt, waar.
    • Wat is nu je eigenlijke bedoeling, want dat begrijp ik nog steeds niet goed. 
    • Overwegende dat, voor het overige, niets zich ertegen verzet dat de procureur des Konings in het kader van een opsporingsonderzoek het advies vraagt aan een arts; dat de aldus verstrekte inlichtingen geen eigenlijk deskundigenverslag betreffen, maar wel een verslag van een door het openbaar ministerie buiten de gevallen bepaald door de artikelen 32 tot 46, Wetboek van Strafvordering, aangestelde raadgever; (…) [3]
Vertalingen

Bijwoord

eigenlijk

  1. als ik er nu nog eens over nadenk
    • Dat is toch eigenlijk heel vreemd verlopen. 
  1. echt, waar, in werkelijkheid.
    • Het gaat eigenlijk niet zo goed met hem, maar hij is bang voor de dokter. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord eigenlijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.