eigenen
Nederlands
Woordafbreking
- ei·ge·nen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
eigenen |
eigende |
geëigend |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
eigenen [1]
- wederkerend zich ~ tot geschikt zijn voor iets, zich lenen voor
- Dat gereedschap eigent zich niet daartoe.
- zich toe-eigenen
Gangbaarheid
- Het woord eigenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'eigenen' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.