eierschaal

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ei·er·schaal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eierschaal eierschalen
verkleinwoord eierschaaltje eierschaaltjes

Zelfstandig naamwoord

eierschaal v/m

  1. De meestal harde buitenkant van een ei.
    • Veel eierschalen zijn namelijk niet alleen hard zoals bij een kip, maar ook taai, waardoor kracht alleen (jonge dieren zijn uiteraard niet zo sterk) niet genoeg is; zonder deze tand komen veel jongen het ei niet eens uit. 

Gangbaarheid

  • Het woord eierschaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.