eierschaal
Nederlands
Woordafbreking
- ei·er·schaal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ei en schaal met het invoegsel -er-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eierschaal | eierschalen |
verkleinwoord | eierschaaltje | eierschaaltjes |
Zelfstandig naamwoord
eierschaal v/m
- De meestal harde buitenkant van een ei.
- Veel eierschalen zijn namelijk niet alleen hard zoals bij een kip, maar ook taai, waardoor kracht alleen (jonge dieren zijn uiteraard niet zo sterk) niet genoeg is; zonder deze tand komen veel jongen het ei niet eens uit.
Gangbaarheid
- Het woord eierschaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'eierschaal' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.