egard

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • egard
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘achting’ voor het eerst aangetroffen in 1652 [1]
  • uit het Frans
enkelvoud meervoud
naamwoord egard egards
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

egard m [2]

  1. heel veel beleefdheid
    • Een cosmopolitische vriendin sleepte me op een zaterdag mee naar het Okura voor de lunch; we werden met alle egards ontvangen en knabbelden met blossen op de wangen een bentobox leeg. Wat een luxe, wat een leven, verzuchtten we. Sindsdien staat lunchen in Yamazato, het inmiddels 46-jarige Japanse restaurant van hotel Okura, vast op het repertoire. [3] 
    • Hé, wie wil de minister-president even op haar kamer ontvangen?’De stem van bondscoach Sjors Röttger, voormalig militair, galmt door de gang van de Handbalacademie. De premier, Jan Peter Balkenende, is op werkbezoek op Nationaal Sportcentrum Papendal en hij hoort met alle egards ontvangen te worden. Dus wie doet nu even de deur open voor de MP?Joyce Hillen lacht verlegen, als Balkenende bij haar over de drempel stapt. Er[4]  
Synoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • de egards in acht nemen
met de nodige beleefdheid behandelen
  • met alle egards
met alle mogelijke beleefdheid behandelen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord egard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
69 %van de Nederlanders;
64 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.