egalitair
Nederlands
Woordafbreking
- ega·li·tair
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse égalitaire met het achtervoegsel -air
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | egalitair | egalitairder | egalitairst |
verbogen | egalitaire | egalitairdere | egalitairste |
partitief | egalitairs | egalitairders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
egalitair
- algemene maatschappelijke gelijkheid willend of voorstaand
- in dit tijdperk van hebzucht zijn er niet veel meer met egalitaire opvattingen
Gangbaarheid
- Het woord egalitair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'egalitair' herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.