eetpauze

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • eet·pau·ze
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eetpauze eetpauzes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

eetpauze v/m

  1. rusttijd tijdens het werken geschikt op de maaltijd te gebruiken
    • Studeren, slapen en... eten. Maar wat moet je klaarmaken wanneer je bureau een slagveld van markeerstiften en losse cursusbladen is geworden en je hoofd echt niet naar koken staat? Met deze 5 goedkope gerechtjes en desserts, die op minder dan 10 minuten klaar zijn, beleef je plezier tijdens je eetpauze.[1] 
    • Vroeger beginnen, een kortere eetpauze en eerder klaar, is de kern van het hervormingsproject dat de centrale regering in Madrid ook wil overnemen.[2] 
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord eetpauze staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. de Standaard 25/MEI/2015 door svg
  2. Tubantia Edwin Winkels 30-JANUARI-2017
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.