schaft
Nederlands
Zelfstandig naamwoord
schaft v/m
- het onderbreken van de arbeid voor het nuttigen van een maaltijd
- De schaft werd daardoor een kwartiertje uitgesteld.
- (scheepvaart) schachtvormig deel van een anker
Gangbaarheid
- Het woord schaft staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schaft' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- blz 423 Jaarboekje van de wetenschappen en kunsten. Vierde jaargang 1850
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.