eenhonderdveertig
Nederlands
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
0 | 1 | 4 | 0 |
eenhonderdveertig,
op een abacus
op een abacus
Woordafbreking
- een·hon·derd·veer·tig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van eenhonderd ht en veertig ht
Hoofdtelwoord
eenhonderdveertig
- "140", langere vorm van honderdveertig, honderd plus veertig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft eenhonderdveertig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdveertig.
Synoniemen
- honderdveertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm)
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
- eenhonderdveertigste
hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdveertig" ht als linkerdeel
- eenhonderdveertigduizend
Gangbaarheid
- Het woord 'eenhonderdveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.