eenhoevig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • een·hoe·vig
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstellende afleiding van een en hoef met het achtervoegsel -ig
stellend
onverbogen eenhoevig
verbogen eenhoevige
partitief eenhoevigs

Bijvoeglijk naamwoord

eenhoevig [1]

  1. (biologie) tot de zoogdieren behorend die één hoef aan elke poot hebben
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord eenhoevig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.