ecclesiastisch
Nederlands
Woordafbreking
- ec·cle·si·as·tisch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ecclesiastisch | ecclesiastischer | |
verbogen | ecclesiastische | ecclesiastischere | |
partitief | ecclesiastisch | ecclesiastischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
ecclesiastisch
- kerkelijk.
- Wij gaan morgen naar een ecclesiastische bijeenkomst.
Gangbaarheid
- Het woord ecclesiastisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.