duobaan

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • duo·baan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord duobaan duobanen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

duobaan v / m

  1. betrekking die door twee deeltijdwerkers samen wordt uitgeoefend

Gangbaarheid

  • Het woord duobaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.