dubbelspoor

Nederlands

Dubbelspoor
Uitspraak
Woordafbreking
  • dub·bel·spoor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dubbelspoor dubbelsporen
verkleinwoord dubbelspoortje dubbelspoortjes

Zelfstandig naamwoord

dubbelspoor o [1]

  1. (spoorwegen) spoorbaan met een dubbel stel rails waardoor het verkeer in de ene en de andere richting gescheiden en veilig kan verlopen
  2. twee opnamesporen op een geluidsband
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • dubbelsporig

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord dubbelspoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.