drugsbezit

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • drugsĀ·beĀ·zit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord drugsbezit
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

drugsbezit o

  1. het in het bezit hebben van drugs.

Gangbaarheid

  • Het woord drugsbezit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.