dreiging
Nederlands
Woordafbreking
- drei·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dreiging | dreigingen |
verkleinwoord | dreiginkje | dreiginkjes |
Zelfstandig naamwoord
dreiging v
- een vervelende gebeurtenis die in het vooruitzicht is gesteld
- De dreiging van opsluiting werd de inbreker teveel en hij stopte ermee.
Vertalingen
1. een bestraffende handeling die in het vooruitzicht is gesteld
Gangbaarheid
- Het woord dreiging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dreiging' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.