dophoed
Nederlands
Woordafbreking
- dop·hoed
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dop en hoed
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dophoed | dophoeden |
verkleinwoord | dophoedje | dophoedjes |
Zelfstandig naamwoord
dophoed m
- (kleding) klein bol hoedje voor dames
- De beste foto was er eentje van heel dichtbij, met haar gezicht naar de camera, warme ogen en een mooie mond, glimlachend vanonder de rand van een vilten dophoedje.
Gangbaarheid
- Het woord dophoed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dophoed' herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
55 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.