doorboren
Nederlands
Woordafbreking
- door·bo·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van door en boren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
doorboren |
doorboorde |
doorboord |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
doorbóren
- overgankelijk een scherp voorwerp geheel door iets heen steken.
- De lans doorboorde hem en hij sneuvelde.
Vertalingen
1. een scherp voorwerp geheel door iets heen steken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
doorboren |
boorde door |
doorgeboord |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
dóórboren
- inergatief het boren voortzetten.
- Ze zijn boven bezig met verbouwen en ze boren maar door; ik word er horendol van!
- overgankelijk boren tot men de andere zijde bereikt heeft.
- Spotgaten worden normaal niet volledig doorgeboord.
Gangbaarheid
- Het woord doorboren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'doorboren' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.