donut
Nederlands
Woordafbreking
- do·nut
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘rond, luchtig soort gebak met een gat in het midden’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1989 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | donut | donuts |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
donut m
- (voeding) lekkernij, bestaande uit een ring van gefrituurd deeg met suiker
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord donut staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'donut' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.