dommig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dommig    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdɔməx/
Woordafbreking
  • dom·mig
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van dom met het achtervoegsel -ig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen dommigdommigerdommigst
verbogen dommigedommigeredommigste
partitief dommigsdommigers-

Bijvoeglijk naamwoord

dommig [1]

  1. op een onintelligente manier; sloom
    • Ik bekeek even dommig mijn huid. [2] 
    • Nadat de politie de melding binnenkreeg troffen ze het beest ronddwalend aan. ,,Schotse Hooglanders zijn een beetje mensenschuw dus we moesten de koe voorzichtig en rustig benaderen, schrijft de politie op Facebook. Over de portofoon kon het hele korps meegenieten van de politie-actie. ,,De koe is nogal dommig en een beetje zwaar om weer over het hekje te tillen, werd er over de portofoon geroepen. [3] 
    • Twee weken geleden appte Danny Makkelie tijdens een live-uitzending naar Hans Kraay jr. dat Pol van Boekel er hopeloos naast zat bij een beslissing. Kraay was zo handig of dommig (doorhalen wat niet van toepassing is) dat direct met de kijkers te delen. Makkelie sloot het appje af met de vraag zijn naam niet te noemen, maar dat had hij beter in de eerste regel kunnen zetten, want toen had Kraay zijn bron al in de openbaarheid gegooid. [4] 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • dommigheid

Gangbaarheid

  • Het woord dommig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
31 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.