doma

Slowaaks

Uitspraak
  • IPA: /dɔma/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het zelfstandig naamwoord dom.

Bijwoord

doma

  1. thuis
Antoniemen
  • vonku (bw.)
Verwante begrippen
  • domáca v
  • domáci m
  • domáci
  • domácky
  • domácnosť v
  • domov m
Spreekwoorden
  • nemať všetkých doma
  • všade dobre, doma najlepšie
  • byť v niečom doma
  • cítiť sa ako doma
Uitdrukkingen en gezegden
  • byť doma sám


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
domar

doma

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van domar
  1. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van domar


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /dɔma/
  • Geluid:  doma    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • do·ma
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het zelfstandig naamwoord dům.

Bijwoord

doma

  1. thuis
Antoniemen
  • venku (bw.)
Afgeleide begrippen
  • domabyl m
  • domář m
  • domased m
Verwante begrippen

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.