dol op

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dol op    (hulp, bestand)
  • IPA: /dɔl ɔp/
Woordafbreking
  • dol op
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen dol opdoller opdolst op
verbogen (alleen
predicaat)

Bijvoeglijk naamwoord

dol op

  1. verrukt van, verzot op
    • Beren zijn dol op honing 
    • Hij bleef dol op zijn kleinkinderen. 
    • Door zijn lange verblijf in Engeland werd hij dol op rugby. 
  1. verliefd
    • Dol op haar man aarzelde ze geen moment om met hem mee te gaan. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'dol op' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.